Deze monografie biedt niet alleen een vertaling van het leerling-gezellen en meester-rituaal van Schröder, maar neemt de lezer ook mee op een zoektocht naar de oorspronkelijke kenmerken van de vrijmetselarij. Het onthult dat de ritualen die de basis vormen voor hedendaagse maçonnieke arbeid niet zomaar uit het niets zijn ontstaan, maar het resultaat zijn van drie eeuwen geestelijke ontwikkeling. Binnen de vrijmetselarij worden alternatieve benaderingen geboden om antwoorden te vinden op verschillende levensvragen. De monografie begint met een beschrijving van de turbulente maçonnieke wereld in 18e-eeuws West-Europa en introduceert Friedrich Ludwig Schröder (1744-1816), een invloedrijk figuur in de vrijmetselarij en het Duitse artistieke leven. Vervolgens volgt een vertaling van de ritualen, waarbij de auteurs zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke Duitse tekst zijn gebleven. Liederen zijn niet vertaald vanwege het behoud van het rijmschema en andere poëtische kenmerken.

De vertaling is gebaseerd op de actuele versie van de Schröder ritualen die worden gebruikt door loges van de ‘Großloge der Alten Freien und Angenommenen Maurer von Deutschland’ (A.F.A.M.), een van de Grootloges van de Vereinigte Großlogen von Deutschland. De aanpassingen in de loop der jaren zijn minimaal en tasten de essentie niet aan. Hoewel er meer ritualen van Schröder bestaan, zijn ze voor dit doel minder relevant. Het slotgedeelte van de monografie vergelijkt de ontwikkeling van de Nederlandse ritualen. De tekst wordt verduidelijkt met beeldmateriaal en schema’s.

Hardcover, 155 pagina’s