THOTH MRT/APR 2024 – Woord en zin

Kunst – al dan niet koninklijk – vermag mensen respijt te geven van prozaïsche dagelijksheid en zicht te bieden op een andere – hogere? – werkelijkheid. Soms is de aardse werkelijkheid van een dermate onbegrijpelijke gruwelijkheid dat de zinsnede ‘woorden schieten tekort’ een aanfluiting wordt. De voorbeelden worden de laatste jaren in een ware vloedgolf van ellende door de media geserveerd. Signalen van gene zijde, toespelingen op het onzegbare, enthousiasme – het innerlijk ontsteken van goddelijk vuur – , de Heilige Geest, het spreken in tongen op Pinksteren: mensen van goeden wil spreken al hun vermogens van verbeelding aan om uitzicht te bewaren op een levenswaardige toekomst.

Willem Verstraaten, De zin van woorden


 

Uit het nieuwe nummer:

“Kafka’s werk is vaak in verband gebracht met de verschrikkingen van totalitaire regimes en de frustraties van onze bureaucratische wereld. Het heeft zeker nieuwe actualiteitswaarde gekregen omdat in de zogenaamde sociale media een en dezelfde persoon kan optreden als aanklager, rechter en beul. Bovendien heeft menig slachtoffer al mogen ervaren dat in die media veroordeling en straf naadloos op elkaar aansluiten.”

Klik hier om dit artikel alvast te lezen.

Roger Van den Borre, Woord en waarheid

“In de dynamische kennisvorming met de toepassing van frames wordt bijvoorbeeld ethiek niet meer afgeleid uit vaste en inhoudelijk bepaalde kennis. Geen ‘gutmensch’ of brave hendrik. Nu geldt de positie ten opzichte van de dynamieken in het moment, zonder vast gegeven beginpunt.”

Theo van Sprundel, Humanisme in tijden van AI

Vorig jaar was het 300 jaar geleden dat ‘De Oude Plichten’ werd gepubliceerd. De publicatie is een kind van haar tijd. Driehonderd jaar geleden was de maatschappij anders ingericht dan nu. Een groot verschil met nu is dat de positie van een vrij persoon van goede naam toen uitsluitend aan vrije mannen was voorbehouden. Sinds 1723 is de inrichting van onze maatschappij aanzienlijk veranderd. Dit heeft ook consequenties voor de definitie van’ een vrij persoon van goede naam’.

Manir Ahmad, Arij Everaarts e.a., Een vrouw van goede naam

Aanvullende graden (waarvan er talloze bestonden) waren ook op het continent populair, omdat zij een uitdieping boden van de meestergraad (en de drie inwijdingen in hun geheel), en het maçonnieke gedachtegoed verbond met de klassiek-hellenistische voorgangers. Zij het, dat de Schotse versies op het continent van hun al te expliciet kerkelijk-christelijke vormgeving werden ontdaan en in het kader van de deugdsymboliek in de context van een mystiek middeleeuws ridderschap (tempelieren) werden geplaatst, met als basisthema de maçonnieke traditie als bewaker van de West-Europese (christelijke én humanistische) ‘normen en waarden’.

Jan den Ouden, De vijf treden van het meesterschap

Wie bedenkt hoe snel de Nederlandse taal veroudert, begrijpt waarom sommige woorden en uitdrukkingen in onze ritualen soms een behoorlijke hindernis vormen. Verouderd taalgebruik stoort vooral bij het (althans in Vlaanderen) ‘by heart’ (en zeker niet vanbuiten!) leren van maçonnieke teksten.

Guy Liagre, Geen woorden maar daden

Nog geen deelnemer van Ritus en Tempelbouw of benieuwd naar Thoth? Klik hier om jezelf 6 keer Thot cadeau te doen!