‘De politieke betekenis van de vrijmetselarij op Java tijdens het Britse Tussenbestuur (1811-1816)’. Uit het voorwoord van prof. Anton van de Sande vernemen we hoe opmerkelijk de Nederlandse ‘maçonnieke diplomatie’ is geweest in een wereld waar de rivaliserende koloniale mogendheden Engeland en Frankrijk in een voortdurend gespannen verhouding met elkaar verkeerden. Illustratief voor de toenmalige omstandigheden, is wel de titel van hoofdstuk 6., ‘Vroegere vijanden worden samenwerkende broeders’.